Nederlandse Geloofsbelijdenis

Artikel 31 - De ambten in de kerk

Wij geloven dat de dienaren van Gods Woord, de ouderlingen en de diakenen tot hun ambt behoren gekozen te worden in de weg van wettige verkiezing door de kerk, onder aanroeping van Gods naam en in goede orde, zoals Gods Woord leert.

Daarom moet ieder zich er terdege voor wachten, zich met ongeoorloofde middelen in te dringen, maar hij moet de tijd afwachten dat hij door God geroepen wordt, om daarin het overtuigend bewijs te hebben dat zijn roeping van de Here komt.

Wat de dienaren des Woords betreft, zij hebben, waar zij ook staan, gelijke macht en gelijk gezag, omdat zij allen dienaren van Jezus Christus zijn, de enige algemene Bisschop en het enige Hoofd van de kerk.

Bovendien, de heilige verordening van God mag niet geschonden worden of in verachting raken; daarom zeggen wij dat ieder voor de dienaren des Woords en de ouderlingen van de kerk bijzondere achting moet hebben om het werk dat zij doen. Ieder moet zonder morren, twist of tweedracht, zoveel mogelijk in vrede met hen leven.