Nederlandse Geloofsbelijdenis

Artikel 23 - Onze gerechtigheid voor God in Christus

Wij geloven dat ons heil gelegen is in de vergeving van onze zonden om Jezus Christus' wil. Daarin bestaat onze gerechtigheid voor God. Dat leren David en Paulus ons door te verklaren: Zalig is de mens aan wie God gerechtigheid toerekent zonder werken (Ps. 32 : 2; Rom. 4 : 6). En dezelfde apostel zegt, dat wij om niet, anders gezegd, uit genade gerechtvaardigd zijn door de verlossing in Christus Jezus (Rom. 3 : 24). Daarom houden wij dit fundament altijd vast. Daarin geven wij alle eer aan God, terwijl wij onszelf vernederen en belijden wat voor mensen wij zijn, zonder ons ook maar enigszins op onszelf of op onze verdiensten te laten voorstaan. Wij steunen uitsluiten op de gehoorzaamheid van de gekruisigde Christus en rusten daarin. En deze gehoorzaamheid is de onze, wanneer wij in Hem geloven. Zij is voldoende om al onze ongerechtigheden te bedekken. Zij bevrijdt ons geweten van vrees, ontzetting en verschrikking en geeft ons zo vrijmoedigheid om tot God te naderen, zonder te doen als onze eerste vader Adam, die zich bevend met vijgebladeren wilde bedekken. En werkelijk, als wij voor God moesten verschijnen, terwijl wij, in hoe geringe mate ook, op onszelf of op enig ander schepsel zouden steunen - ach, wij zouden vergaan! Daarom moet ieder met David zeggen: HERE, ga niet in het gericht met uw knecht, want niemand die leeft, is voor U rechtvaardig (Ps. 143 : 2).