H.C. Zondag 43

Vraag 112: Wat eist God in het negende gebod?

Antwoord: Dat ik tegen niemand een vals getuigenis afleg, niemands woorden verdraai en geen kwaadspreker of lasteraar ben.
Dat ik ook niemand lichtvaardig en onverhoord veroordeel of help veroordelen.
Maar dat ik alle liegen en bedriegen als echt duivelswerk vermijd, als ik tenminste de zware toorn van God niet op mij laden wil.
Verder dat ik in rechtszaken en in alle handelingen de waarheid liefheb, oprecht spreek en belijd en ook de eer en goede naam van mijn naaste zoveel ik kan verdedig en bevorder.