Verantwoording aan Eudokia gemeente (4)

 

4e VERANTWOORDING

Aan alle broeders en zusters van de Gereformeerde Kerk van Kampen-Noord

Kampen, 11 maart 2005

Verantwoording - hoe verder na de PS?

Broeders en zusters,

De Buitengewone Particuliere Synode (PS) van Overijssel heeft op 9 februari 2005 uitspraken gedaan in de heel moeilijke zaak van onze gemeente in Kampen-Noord. De besluiten van de PS zijn u allen bekend (gemaakt). De aanleiding voor deze besluiten was het appèlschrift dat wij bij de synode hadden ingediend. De PS heeft daarbij ook een indringende oproep gedaan naar de indieners van het appèlschrift en de gemeenteleden in het Ichthus om de eenheid te zoeken met de andere gemeenteleden.

We zien ons genoodzaakt te reageren op de besluiten en de oproep van de PS. Wij vinden dat dit de hele gemeente aangaat. Vandaar dit schrijven.

We doen hiermee tegelijk verantwoording van onze overwegingen rond de PS-besluiten en van de keus die wij op grond hiervan hebben gemaakt.

Wij hebben de besluiten en het rapport van de PS en haar commissie bestudeerd. Ook hebben wij (kerkenraad en gemeente) de delegatie van de PS ontvangen en met hen over de besluiten gesproken.

Schending van elementaire rechtsregels
Met intens verdriet moeten wij concluderen dat de werkwijze van de PS-commissie en van de PS niet geleid heeft tot een rechtvaardige uitspraak. In deze rechtspraak van de PS zijn elementaire regels van het recht geschonden.

Wij wijzen op de volgende feiten:
1. bij ernstige beschuldigingen is geen hoor en wederhoor toegepast;
2. stukken die aan de PS/commissie zijn verstrekt, zijn selectief gebruikt;
3. allerlei feiten (die zwart op wit staan) zijn verdraaid;
4. de commissie heeft belangrijke stukken aan de afgevaardigden van de PS onthouden;
5. er zijn verregaande beweringen gedaan zonder enige deugdelijke grond;
6. er zijn gronden aangevoerd zonder dat deze bewezen zijn;
7. ambtsdragers zijn publiek zwart gemaakt met volstrekt ongegronde verwijten;
8. het bezwaarschrift is voor het grootste deel genegeerd;
9. vermeende fouten bij de ene partij zijn zwaar geaccentueerd, terwijl grove fouten bij de tegenpartij goedgepraat zijn.

In het onderstaande verklaren wij ons nader.

Veroordeling predikant
De PS zegt dat zij zelfstandig onderzoek heeft gedaan naar de kern van het conflict. De PS kwam tot de conclusie dat de predikant in het bijzonder verantwoordelijk gesteld moet worden voor de escalatie van het conflict.

De PS en/of haar commissie beschuldigt de predikant onder meer van
1. het weglopen uit kerkenraadsvergaderingen;
2. het telkenmale wegblijven uit kerkenraadsvergaderingen ondanks herhaalde dringende smeekbedes van de kerkenraad;
3. het voortdurend weigeren zijn eigen functioneren ter discussie te stellen;
4. het ontbreken van zelfreflectie; dit mocht van hem in zijn beroep verwacht worden;
5. het naast zich neerleggen van een liefdesverklaring van de kerkenraad, door haar af te doen als 'gênant';
6. het zwaar principieel laden van zijn standpunten zonder oog te hebben voor de pastorale situatie.

Deze beschuldigingen achten wij niet terecht.
1 . Er is door de PS geen voorbeeld genoemd van een kerkenraadsvergadering waaruit de predikant weggelopen zou zijn. Dit is ook nooit gebeurd.

2. Ook hier noemt de PS geen voorbeelden. Hierdoor is een dergelijke bewering oncontroleerbaar terwijl er wel een suggestieve werking vanuit gaat.
Voor alle duidelijkheid: het is twee keer voorgekomen dat de predikant van te voren schriftelijk te kennen heeft gegeven niet op de vergadering aanwezig te zullen zijn.
Eén keer toen een broeder uit de gemeente (en dat niet voor de eerste keer) schriftelijk een frontale aanval op zijn werk indiende. Het leek de predikant beter dat de kerkenraad zo'n brief eerst zonder zijn aanwezigheid zou bespreken en beoordelen. Vooral om naar de briefschrijver elke schijn van beïnvloeding door de predikant als beklaagde te vermijden.
De andere keer deed het geval zich voor in de zaak van het Zomertraject. Voor de afwezigheid bij de inzet van dit traject heeft de predikant zich bij herhaling uitvoerig, schriftelijk, verantwoord. Hij had hiervoor goede gronden.
In beide gevallen heeft hij deze stappen gezet na raadpleging (en met instemming) van professionele adviseurs.

3. De PS heeft geen enkel bewijs geleverd voor de bewering dat de predikant zijn functioneren niet ter discussie wilde stellen. Wij stellen juist dat het functioneren van de predikant alle jaren door regelmatig is besproken.
Wij herinneren aan de regelmatige preekbesprekingen binnen de kerkenraad.
De gemeente zelf is er getuige van geweest, namelijk op wijkavonden waarvan er tot twee keer toe een serie is gehouden. Daarop heeft de predikant zijn prediking open ter bespreking aan de orde gesteld. Dit heeft ook effect gesorteerd. Dat hebben ook broeders en zusters die kritiek hadden, beaamd.
Verder is zijn catechese alle jaren door onderwerp van gesprek geweest op de kerkenraad.
Bij rapportages over het pastorale werk van de predikant kon steeds zijn functioneren daarin aan de orde komen.
Als er kritiek was op het leiding geven binnen de kerkenraad, kon dat aangekaart en open besproken worden. Dit is meermalen gebeurd.
De predikant heeft zelf in 2002 (in overleg met de Agendacommissie) het initiatief genomen om toenemend ongenoegen open in een kerkenraadsvergadering met elkaar te bespreken. Zonder verdere bespreking werd daarop besloten een deskundige (van buitenaf) aan te trekken. Dit mondde uit in het zogeheten Zomertraject.
De predikant heeft er rekenschap van afgelegd waarom bij medewerking aan dit traject niet verantwoord vond. Ook andere leden van de raad hebben verklaard waarom zij dit traject niet verantwoord vonden.
Vervolgens kwam het traject Van Bruggen/Dijkstra; hiervoor heeft de predikant zich, evenals alle andere kerkenraadsleden, ingezet. Dit traject mondde uit in een rapport naar de gemeente toe, dat ongegronde beschuldigingen bevatte. Dat was voor een aantal kerkenraadsleden, waaronder de predikant, reden om zich op de classis te beroepen.
Ook in de periode na de classisbesluiten (tot en met de mislukte mediation) is er geen enkel
voorbeeld te geven ten aanzien van de bewering dat de predikant zijn functioneren niet ter discussie wilde stellen. Met de predikant hebben wij er meerdere keren op aangedrongen om het gesprek hierover aan te gaan in de lijn die de classis had aangegeven.

4. Wij brengen in herinnering dat uitgerekend in 2002 de predikant van maart tot december een soort coaching volgde in de vorm van een professionele supervisie. De supervisor heeft over de supervisie een schriftelijk vastgelegde verantwoording gegeven. Over de zelfreflectie en het ter discussie stellen van het functioneren van de predikant stelt hij in dat eindrapport het tegengestelde van de beweringen van de PS.

5. Het verwijt over de reactie van de predikant op de 'liefdesverklaring' van de kerkenraad (in dec. 2002) is ongegrond. Op dit punt hebben wij (naar aanleiding van een hoorzitting) in een uitvoerige documentatie aan de PS aangetoond waarom deze verklaring volstrekt ongeloofwaardig was. Allerlei uitspraken van een groot aantal leden van de meerderheid van de kerkenraad halen de liefdesverklaring volledig onderuit.

6. voor deze beschuldiging is geen enkel concreet voorbeeld of feit aangedragen.
Deze punten maken duidelijk dat de genoemde beschuldigingen van de PS niet op feiten gegrond zijn. We kunnen niet anders dan constateren, dat de uitspraken van de PS hierover niet op waarheid gebaseerd zijn.


Veroordeling overige ambtsdragers en appellanten
Als ouderlingen en diakenen worden wij door de PS er in feite van beschuldigd dat wij ons zouden hebben laten ronselen door de predikant. Ons zou een 'bijna sacraal denken over het predikantenambt' parten spelen waardoor wij ds. Hoogendoorn 'blindelings volgen'.
Alsof wij zelf niet zouden kunnen nadenken en vanuit Gods woord geen beslissingen kunnen nemen!
In een eerdere verantwoording naar de gemeente toe hebben wij dit soort verwijten ongegrond verklaard. Toen kwam het verwijt van de kant van de ex-rneerderheid en in hun voetspoor van de visitatoren en ook nog eens van de Commissie Van Middelkoop.
In ons bezwaarschrift naar de PS hebben wij onze verontwaardiging uitgesproken over het feit dat de meerderheid zich met haar verwijten voortdurend focust op de predikant. 'Dit zoeken van een zondebok zagen we' - zo schreven wij - 'nog eens verergerd doordat de meerderheid aan de minderheid verweet dat die zich door de predikant steeds maar laat ronselen als een stelletje blinde volgelingen'.
Wij hebben toen het volgende in dat appèlschrift verklaard: 'Als ouderlingen en diakenen die dit appèlschrift ondertekenen, verklaren wij hier dan ook duidelijk dat de focus op de predikant misplaatst is. Wij allen hebben in volle verantwoordelijkheid steeds onze bezwaren uiteengezet en steunen hoofd voor hoofd de lijn zoals die in deze bezwaren is getekend en waarnaar wij handelen'.

Nu vervalt de PS in dezelfde fout en haast nog een graad erger.
Het een hangt met het ander samen. Als in strijd met de werkelijkheid alles gefocust wordt op de predikant, moet deze blikverenging wel leiden tot een monddood-verklaren van de overige appellanten.
De PS voert geen gronden aan voor deze kwetsende beschuldigingen.
Hiermee achten wij elementaire fatsoenregels geschonden.

Gemanipuleer met de mediation(rapporten)
De PS wil u doen geloven als was het onze gezamenlijke schuld dat het mediationtraject is vastgelopen. Deze beschuldiging is gebaseerd op een onjuiste weergave van de gang van zaken.
Op een gegeven moment hebben de mediators geconstateerd dat voortzetting van de mediation niet meer zinvol werd geacht. Dit moest wel worden geconstateerd omdat 10 broeders van de meerderheid daarvóór hadden aangegeven niet verder te willen gaan. Wij hebben nog wel aangedrongen op verder gesprek, maar dat bleek niet haalbaar. Voor een eventuele voortzetting van de mediation bleef toen over: de minderheid met slechts nog een enkele broeder uit de meerderheid. Dan is het logisch dat zo'n rest van de kerkenraad constateert dat voortzetting weinig zin heeft!
Hieruit kan niet de conclusie worden getrokken dat er een gezamenlijke schuld is.
De meerderheid heeft door het vroegtijdig afbreken van de mediation, deze (laatste) kans om met elkaar in gesprek te komen geblokkeerd.
De PS baseert haar uitspraken met betrekking tot de mediation op een flagrante verdraaiing van de feiten.

Het afdwingen van het terugtreden van ambtsdragers
De PS heeft de classis veroordeeld door uit te spreken dat zij volgens de kerkrechtelijke regels niet op deze wijze de kerkenraad en zijn predikant het ambt kon laten neerleggen.
Toch spreekt de synode uit dat de rechtsgevolgen in stand blijven. Met andere woorden: ook al had de classis dit niet mogen doen, we gaan er toch mee akkoord.
Daarmee valt de PS in dezelfde kerkrechtelijke fout als ze in de classis met redenen omkleed afkeurde. Vervolgens legt de PS zich neer bij het voldongen feit dat de meerderheid haar ambt heeft neergelegd en dat een nieuwe kerkenraad is geïnstalleerd. En daarmee acht ze de minderheid van haar ambt vervallen. Dit is een ongehoorde gang van zaken.
Waarom verklaart de PS de gevolgen van de onzorgvuldige rechtsgang van de classis niet gewoon onrechtmatig? De PS trekt niet de consequenties uit haar eigen besluitvorming.

De principiële kernzaak
De PS constateert dat haar nergens blijkt dat de Schrift en de Belijdenis in geding zijn.
Deze constatering moet dan dienen om aan te geven dat het conflict niet bepaald wordt door visieverschillen van principiële aard.
De synode is met haar constatering voorbijgegaan aan wat wij in het bezwaarschrift naar voren hebben gebracht. We hebben als kernzaak op de achtergrond van het geschil aangegeven dat de meerderheid geen ruimte biedt aan bijdragen in de discussie op de kerkenraad waarin wij ons beroepen op de Schrift en/of de belijdenis. Dergelijke bijdragen worden weggezet als een 'principieel laden van eigen standpunt' of als een 'geen oog hebben voor de pastorale situatie' en dat soort kwalificaties meer.
Een vergelijkbaar verwijt treffen wij aan in het bezwaarschrift dat br. A.L.T. de Bruijne bij de PS heeft ingediend. De PS heeft dit schrijven betrokken in haar overwegingen. Br. de Bruijne beweert daar onder meer het volgende van onze predikant: "ds Hoogendoorn is in meerdere opzichten echt een klassiek- vrijgemaakte predikant, die allerlei visies die jarenlang gemeengoed waren, deelt. Dat heeft veel waardevols, maar levert hemzelf ook moeite op in de huidige periode van het kerkelijke leven waarin de meningen meer uiteenlopen. Hij is onwillekeurig geneigd meningen die afwijken, ongereformeerd te noemen".

Dit wezenlijke punt heeft de synode niet goed onderzocht. De eerste classis die de kwestie Kampen-Noord op haar agenda kreeg, de classis van sept/nov 2003, heeft juist dit punt aan de kerkenraad aangedragen om nader te onderzoeken.
Waar de synode zich een eigen oordeel heeft willen vormen over wat de kernzaken in het geding zijn, heeft zij deze belangrijk zaak laten liggen.

Recht en vrede?
De PS heeft met haar uitspraken geen recht gedaan aan ons bezwaarschrift. Ze heeft zelf in plaats van recht te spreken, onrecht gedaan.
In de behandeling van ons bezwaarschrift is de synode vooral afgegaan op allerlei beweringen van anderen zonder die beweringen bij ons na te trekken.
Wij hebben de synode dringend gevraagd om zich niet te beperken tot de beide hoorzittingen waarin wij met anderen zijn gehoord, maar ons ook te boren over allerlei beweringen en beschuldigingen die anderen over ons aan de PS hebben voorgelegd.
Zo hebben wij gevraagd dat de synode wederhoor toepast op de beweringen en voorstellingen van zaken die door de ex-meerderheid van de KR zijn gegeven.
Dezelfde vraag hebben wij gesteld ten aanzien van beweringen en beschuldigingen van de kant van de Commissie van Middelkoop en van classiszijde.
Wij hebben ook om wederhoor gevraagd met betrekking tot het appelschrift dat br. A.L.T. de Bruijne ter synode heeft ingediend en dat door de synode in de discussie is betrokken. Wij hebben deze wederhoor gevraagd omdat in dit appelschrift verschillende verdachtmakingen en onterechte beschuldigingen aan ons adres zijn geuit.

De synode heeft echter geweigerd ons hierover te boren.
Ook met betrekking tot de ernstige aantijgingen van de kant van de visitatoren, die door de synode zijn gehoord, is ons geen wederhoor gegund.

In onze bezwaarschriften bij de classis van sept 2003 hebben wij de vraag aan de orde gesteld: welke
grond heeft de (meerderheid van de) kerkenraad voor de beschuldigingen die aan ons adres zijn geuit in
het rapport van Van Bruggen/Dijkstra? Tot op heden is gesprek daarover geweigerd en is geen bewijs voor de beschuldigingen geleverd.
Eenzelfde vraag hebben wij gesteld ten aanzien van de beschuldiging van scheurmakerij van de kant van de visitatoren en de meerderheid van de kerkenraad.
Deze vraag hebben wij ook gesteld bij de beschuldiging die de laatste classis (van sept 2004) aan ons adres heeft geuit en waartegen wij in beroep zijn gegaan bij de PS.
De vraag is nog steeds onbeantwoord gebleven. Erger nog, ook door de PS is eenzelfde onrecht begaan en dat nog grover dan de voorgaande instanties: ongegronde beschuldigingen.
Op een vergadering van kerkenraad en gemeente in het lchthuscollege hebben wij bij een belangrijk onderdeel van de uitspraken van de PS aan de PS-delegatie de eenvoudige vraag voorgelegd: waarop baseert u die beschuldigingen die de PS in haar uitspraken doet? De PS-delegatie bleef steken in een schamel antwoord van: ja, dat ligt natuurlijk moeilijk, wij zijn er zelf niet bij geweest. En: dat is op grond van wat we gehoord hebben. Of. we kregen de indruk dat........
In wezen is het allemaal gebaseerd op de al zo lang volgehouden beweringen van de tegenpartij. Het is de vraag of de PS één voorbeeld, feit of bewijs kan leveren voor al haar beschuldigingen. Wij moeten het eerste echte bewijs nog horen.


Had de ex-KR met de publicatie van het rapport vB/D alsook de laatste classis met haar besluiten al gehandeld op een manier die hen zonder meer strafbaar zou stellen als dit aan een wereldlijke rechter zou worden voorgelegd. Voor de PS met haar uitspraken geldt dat nog sterker. Hier zijn elementaire rechtsregels en fatsoensregels geschonden.
Het stemt tot verdriet dat dit alles is gebeurd onder de vlag van 'Recht en vrede' - de titel die de PScie aan haar rapport voor de PS heeft meegegeven.
Door dit schrijnend onrecht van deze kerkelijke vergadering is de scheur in Kampen-Noord nog dieper getrokken. De synode heeft nog grotere blokkades opgeworpen, die het herstel van de eenheid van de gemeente van Kampen-Noord alleen maar moeilijker gemaakt hebben.

De PS heeft zelfs verklaard, met verwijzing naar art. 28 van de NGB, dat in wezen nu een deel van de gemeente met de wettige ambtsdragers buiten de kerk van Christus staat. Dat deel dient zich te bekeren en in gehoorzaamheid aan de Here zich weer bij de kerk te voegen (vergelijk besluit L).
Dit zijn zware woorden. En dat van een PS die ons verwijt dat wij onze standpunten zo zwaar principieel laden met het gezag van Schrift en/of confessie.....!

Grote verantwoordelijkheid
De PS heeft een zware verantwoordelijkheid op zich geladen door publiek uitspraken te doen die gebaseerd zijn op zulke ongegronde beschuldigingen.
Ook de meerderheid van de ex-kerkenraad draagt een zware verantwoordelijkheid door de ongefundeerde beschuldigingen van destijds voort te zetten en nog te verergeren.
Ook de kerkenraad die door de classis bij de Eudokiagemeenschap is geïnstalleerd, heeft een bijzondere verantwoordelijkheid op zich geladen door de besluiten van de PS kritiekloos te ratificeren.
Laten ook de gemeenteleden die deze kerkenraad daarin volgen, beseffen dat in hun midden onrecht wordt begaan en in stand gehouden.
Onderstaande ambtsdragers zijn geen onbekenden voor u. U hebt ze langer of korter in uw midden gehad. U kunt voor een belangrijk deel zelf nagaan of dergelijke beschuldigingen die de PS doet, terecht zijn of niet.
Allen hebben wij verantwoording af te leggen voor de Here die alle dingen weet en die het recht liefheeft.

Ons besluit
De Kerkenraad is, samen met de gemeenteleden die de wettig aangebleven ambtsdragers zijn blijven erkennen, tot de conclusie gekomen dat de PS ernstig gefaald heeft door het recht van de Here alsook het gereformeerd kerkrecht op grove wijze te overtreden.
Dat heeft ons doen besluiten om tegen de onrechtvaardige uitspraken van de PS in appèl te gaan bij de Generale Synode van Amersfoort die DV 12 maart a.s. geopend wordt.
Ook vanuit de gemeente zal een appèlschrift tegen de uitspraken van de PS worden ingediend bij de Generale Synode van Amersfoort.

Wij roepen u allen op, deze dingen biddend voor het aangezicht van de Here neer te leggen en te smeken
dat er recht mag worden gedaan. Dán mogen we ons verheugen in de Vrede die Christus voor ons aan het kruis heeft verworven.
Onze God ontferme zich over zijn gemeente te Kampen-Noord.

Met broedergroeten,

Diaken J. Boersma
Ouderling A.J. Both
Diaken J.A. Hartman
Ouderling J. Hoksbergen
Ds. E. Hoogendoorn
Ouderling A. Louwerse
Diaken K.H. Poll
Diaken R. Visscher
Ouderling E. Vogel
Ouderling J.A. de Wit