Afdrukken

Ichthus reactie op vragen classis

Aan de Buitengewone Classis Kampen van de Gereformeerde Kerken,
In derde zitting te St.Jansklooster/Kadoelen bijeen te komen op donderdag 19 oktober 2006.

p/a De deputaat-scriba Mevr. H.M. Huizenga,
Tormentil 102,
8265 DR Kampen


Betreft:
Reactie naar aanleiding van vragen van de Classis Kampen zitting 29 sept 2006 gesteld aan ds. E. Hoogendoorn




Weleerwaarde en Eerwaarde broeders,

Van uw deputaat-scriba heb ik de uiteindelijke lijst van vragen ontvangen die u als classis mij voorlegt naar aanleiding van het verzoek van de Eudokiakerkenraad van Kampen-Noord aan uw vergadering om in te stemmen met zijn afzettingsbesluit.
Ik ben u erkentelijk voor de tijd die u mij hebt gegeven voor een schriftelijke reactie op uw vragenlijst.
Het kennisnemen van uw vragen en stellig ook het eventuele antwoord daarop vraagt inderdaad wel wat meer tijd dan de beperkte pauze die daarvoor beschikbaar was op uw vergadering van 29 september.
Uw preses heeft na de vergadering mij persoonlijk laten weten dat binnen uw vergadering 'vele keren de hoop is uitgesproken dat mijn antwoorden kort en to the point zouden zijn'. Ik mocht 'bij de classis complete dossierkennis veronderstellen'. Voor velen van u zouden het 'vragen naar de bekende weg' zijn. Maar u stelt ze 'om nog een keer heel helder op een rijtje te krijgen hoe de vork in de steel zit'.

Ik kan mij dat goed voorstellen. Als uw vergadering inderdaad de dossiers kent, heeft ze het antwoord op de meeste vragen daaruit kunnen opmaken. Ik denk aan onze verantwoordingen, bezwaarschriften, correspondentie met de Eudokiakerkenraad, en om nog maar wat te noemen onze 'Verantwoording' (van ons besluit in revisie te gaan bij de volgende generale synode) die we de kerken hebben toegestuurd. Vrijwel alle stukken zijn ook steeds de classis toegezonden. Zonodig stellen we ze u graag alsnog beschikbaar.

De vraag dringt zich aan mij op wat voor uw vergadering dan nog niet helder is.
Moet ik herhalen wat er eerder allemaal van onze kant verantwoord en geargumenteerd is?
En dat 'kort en to the point'?
U haalt heel wat overhoop met uw vragen.
U vraagt bijvoorbeeld naar onze positie als kerkenraad-Ichthus ten opzichte van de Eudokiakerkenraad als ook van de classis. (vr. 2a,3,4,7)
U vraagt waarom/op welke gronden wij als kerkenraad-Ichthus de besluiten van de GS Amersfoort-C 2005 niet voor vast en bondig houden en wat wij doen met deze uitspraken (vr. 6 en 10)
U vraagt in wezen naar de diepere achtergronden van en onze houding en handelen in het conflict dat hier in Kampen-Noord speelt (vr.2b, 5, 8, 9 en 11)
U stelt hiermee de hele problematiek van de kerkelijke kwestie in Kampen-Noord aan de orde.

Voordat ik nader op uw vragenlijst inga, wil ik u eerst een schets geven van de feitelijke situatie waarin we op dit moment verkeren. Mogelijk dat dit verhelderend kan werken.


I. De feitelijke gang van zaken tot hiertoe in vogelvlucht

1. het besluit van de classis Kampen sept 2004 wordt op 27 september 2004 door de ene helft van de kerkenraad van Kampen-Noord aanvaard, door de andere helft niet. De Classis legt via haar Commissie van Drie het 'terugtreden' van die andere helft (ook elf ambtsdragers) dwingend op en voltrekt zo eigenmachtig het classisbesluit. [ Dit hiërarchisch optreden van de classis is zowel door PS als door de GS ('oordeel' mocht wel,'maatregel' niet ) veroordeeld.]

2. Gevolg: de ene helft heeft zijn ambt neergelegd, de andere helft (later minus één) blijft als kerkenraad aan en gaat in appel.

3. Naast de aangebleven (deel van de) kerkenraad bewerkstelligt de classis een nieuwe kerkenraad in Kampen-Noord.

4.feitelijk gevolg: er staan twee kerkenraden naast/tegenover elkaar in Kampen-Noord, elk gevolgd door een deel van de gemeente.

5. de classis erkent (blijkens latere besluiten) de ene kerkenraad wel (Eudokia), de andere (Ichthus) niet. De classis wil ook hangende de appelprocedure de Ichthuskerkenraad, ondanks zijn verzoek daartoe, niet ontvangen.

6.de kerkenraad-Ichthus gaat in appel bij de meerdere vergadering, de PS; vervolgens bij de GS die het PS-besluit vernietigt. In wezen hebben we dus de uitspraak van één meerdere vergadering over gehouden in de appelgang inzake de kwestie Kampen-Noord.

7. kerkenraad-Ichthus gaat op grond van art. 31 KO in appel (revisie) tegen het GSbesluit

De huidige situatie is dus deze:
Er zijn (intussen al twee jaar) twee deelgemeenten in Kampen-Noord elk met een eigen kerkenraad.
De ene kerkenraad (Eudokia) is tot op heden erkend door het kerkverband, de andere (Ichthus) niet.
Die erkenning vraagt de Ichthus-kerkenraad nog steeds en opnieuw in zijn kerkrechtelijk legitiem beroep (revisie-verzoek) op de volgende GS.
Of dat beroep door de GS 2008 gehonoreerd wordt of niet, daar valt nu niets over te zeggen.

Nu heeft zich het feit voorgedaan dat de ene kerkenraad (Eudokia) in het geschil dat nog steeds loopt, tuchtmaatregelen toepast op één van de leden van de andere kerkenraad (Ichthus). Alles wat de Eudokiaraad daarvoor aanvoert als gronden geldt onverkort ook de andere leden van de (Ichthus)kerkenraad.
Voor deze selectieve tuchtmaatregel midden in dit lopend geschil vraagt de Eudokiaraad op dit moment de instemming van uw vergadering.


II. Beantwoording van uw vragen - door wie?

Het kan ieder duidelijk zijn dat al de vragen die uw vergadering aan mij persoonlijk gesteld heeft, zonder uitzondering evenzeer (de andere leden van) de hele Ichthuskerkenraad betreffen.
Immers, in vrijwel geen enkele zaak die u aankaart, ben ik persoonlijk opgetreden. In nagenoeg alle zaken heeft de Ichthuskerkenraad als kerkenraad gehandeld en gesproken. Als ik gehandeld en gesproken heb, heb ik dat als (medeverantwoordelijk) lid van deze kerkenraad gedaan.
Om deze reden heb ik mijn kerkenraad in kennis gesteld van uw vragen.
Deze kerkenraad acht zich verantwoordelijk voor de zaken die u nu uitsluitend in mijn richting aankaart.
Daarom is deze schriftelijke beantwoording op uw vragenlijst ook een reactie die u moet beschouwen als van de hele Ichthuskerkenraad, inclusief mij persoonlijk. Als zodanig wordt het schrijven ook ondertekend
Dat verklaart ook waarom wij vanaf dit moment in deze reactie niet meer de 'ik-vorm gebruiken maar de 'wij-vorm'.


III. Bevoegdheid van de classis

Wij richten ons nu eerst tot u met betrekking tot uw bevoegdheid als classis.
Het feit dat u de vragenlijst zet in het kader van het toepassen van hoor en wederhoor dringt ons u te herinneren aan wat uw formele taak en mogelijkheden als classis in deze kwestie zijn.
De Eudokiaraad legt op uw tafel een verzoek om instemming inzake een tuchtzaak over een van de ambtsdragers van de Ichthuskerkenraad.

Een eerste vraag is nu of de Eudokiaraad, die op dit moment door u erkend wordt, in de huidige situatie van het conflict zo'n maatregel kan en mag toepassen.
In onze correspondentie met de Eudokiaraad, die aan uw vergadering door ds. Hoogendoorn ter informatie is toegestuurd, hebben wij naar onze overtuiging voldoende daarover gezegd.
Het kan niet bestaan dat de Eudokiaraad tussentijds, hangende ons beroep op de volgende GS, nu het geschil voortijdig wil uitvechten door middel van selectieve tuchtmaatregelen tegen een van de leden van de Ichthuskerkenraad. Dit lijkt ons voor zichzelf te spreken.

Een tweede overweging die zich in deze zaak voor doet is de volgende.
De classis dient zich consciëntieus af te vragen of zij over zo'n verzoek wel mag oordelen.
De classis is zelf immers partij in geding. In het lopende conflict is de classis volop betrokkene. Immers, in het appel op de volgende GS gaat het onverminderd nog steeds om de zaak van een appel tegen besluiten van de classis Kampen.
Wat de Eudokiakerkenraad al geldt, geldt ook minstens - zo niet nog meer! - u als classis Kampen: als u hierover gaat oordelen stelt u zich als rechter in eigen zaak op.
Dit mag onbestaanbaar genoemd worden in de rechtspraak, ook in de kerkelijke rechtspraak.
Hetzelfde zou gelden als u de zaak zou doorschuiven en voorleggen aan de PS van Overijssel. Ook deze kerkelijke vergadering (en daarmee impliciet ook haar deputaten!) is partij in geding. Denk aan de vernietiging van haar besluiten in deze kwestie door de GS Amersfoort-C.
De enige kerkelijke vergadering die momenteel bevoegd is in dezen te oordelen is de (volgende) GS.

Er zou van onze kant heel veel te zeggen zijn, na alles wat daarover al door ons is gezegd, over zaken als
- de werkelijke oorzaak van het scheuren van het tafellaken van het heilig avondmaal van onze Here Jezus in de gemeente te Kampen-Noord
- de gronden waarop wij vrijmoedig revisie verzoeken bij de volgende GS
- het recht van opschorting bij appel (zowel tegenover eerdere besluiten van de classis Kampen als tegenover besluiten van de GS Amersfoort)
[vergelijk bijvoorbeeld F.L. Rutgers, Kerkelijke Adviezen I, 262:
"Alleen is mij duidelijk, dat een besluit der Classe, dat de kerkeraad moet aftreden, (daargelaten nu, of en in hoeverre dat besluit goed en wettig was), geenszins van zelf medebrengt, dat de kerkeraad, daaraan niet voldoende, zou moeten geacht worden niet meer wettig te bestaan; vooreerst, omdat zulk een besluit tot aftreding nog volstrekt niet is eene disciplinaire ontzetting uit het ambt; vervolgens, omdat de kerkeraad tegen dit besluit in appèl is gegaan en dus, hangende het appèl, het besluit niet reeds vanzelf uitvoerbaar is;"]
- onze door de tegenpartij(en) betwiste trouw aan de belofte gedaan bij de bevestiging in ons ambt
- onze betwiste trouw aan onze handtekening onder het ondertekeningsformulier [dat door classis en Eudokiaraad op heel ándere zaken wordt toegepast dan waarover het formulier zelf spreekt]
- onze intenties achter onze kerkelijke appelgang
- onze positie ten opzichte van de Eudokiaraad en kerkverband
- onze pogingen bij de Eudokiaraad om verdere verwijdering van elkaar hangende het appel op de volgende GS te voorkomen en daarin de opdracht tot eenheid voor ogen te houden
- en dergelijke dingen meer

En eerlijk gezegd, wij staan wel eens te popelen om daarover verantwoording af te leggen, zowel over de zaken uit het verleden alsook over de gevolgen in het heden. Na alle verantwoording die wij daarover al hebben gedaan (tot in onze laatste correspondentie die wij bij uw vergadering hebben neergelegd), willen wij dat eventueel wel weer doen.
Wij zouden echter naar onze overtuiging onvermijdelijk meewerken aan een chaotisering van de kerkrechtelijke procedure en een vertroebeling van de kerkelijke rechtspraak als wij dat op dit moment naar uw vergadering toe zouden doen.
U stelt uw vragen namelijk vanuit het kader van het toepassen van hoor en wederhoor met het oog op uw beoordeling van de vraag of een ambtsdrager van de Ichthuskerkenraad afzettingswaardig is of niet.
Het is echter in deze fase van het kerkelijk geschil (namelijk van ons revisieverzoek aan de volgende GS) niet aan uw vergadering om de rechtmatigheid van ons handelen te beoordelen en ons daarvoor ter verantwoording te roepen. U kunt als classis onmogelijk ons of een van ons ter verantwoording roepen in het vervolg van een geschil dat nu ter beoordeling van de volgende GS is gelegd en waarbij u ook nog zelf partij in geding bent. Daarom kunt u ons niet bevragen over de kwestie van de 'breuk', noch de legitimiteit betwisten zowel van het revisieverzoek als van het opschorten van de uitvoering van het GSbesluit. U kunt ons evenmin ter verantwoording roepen als het gaat om medewerking aan een inhoudelijke beoordeling door u van een (o.i. niet legitieme) tuchtprocedure in deze situatie.

Met wat wij hierboven onder I. en onder III. naar voren hebben gebracht, is een helder en gemotiveerd antwoord gegeven op een groot deel van uw vragen.
Op een aantal vragen gaan wij nog apart in.

IV. Overige vragen van uw kant

A. Vraag 1
U vraagt of er een verandering van inzicht is gekomen gezien de aanwezigheid van onze predikant op uw vergadering van 29 september .
Het is ons niet duidelijk waar u deze suggestie op grondt.
Onze predikant is samen met een ouderling en diaken ter vergadering geweest omdat hem niet duidelijk was waarom de classis zijn aanwezigheid op prijs stelde. Er was hem niet anders meegedeeld dan dat de classis mogelijk vragen wilde stellen.
Wij van onze kant wilden niet bij voorbaat vragen naar het waarom en waarover van deze uitnodiging. Om u onze bereidwilligheid te tonen en ons verlangen u van dienst te zijn waar dit van onze kant maar mogelijk is, hebben wij ons beschikbaar gesteld.
Wij hebben het wel gedaan met voorzichtigheid - zie de verklaring van onze predikant.
Die voorzichtigheid blijkt achteraf gerechtvaardigd gezien de vragen die u ons voorlegt en het kader waarin die kennelijk staan.

Welnu, deze situatie heeft zich naar onze overtuiging nog niet eerder voorgedaan.


B. Vraag 3
Wat de aanspraak van onze predikant op zijn rechten betreft wijzen wij op het volgende.
Allereerst herinneren wij aan de blijvende verplichting van de Eudokiaraad als verantwoordelijke rechtspersoonlijkheid binnen het kerkverband ten aanzien van het levensonderhoud van de predikant.
Waar de Eudokiaraad die verplichting niet nakwam maar plotseling stopzette, is er, na anderhalf jaar lang geduldig afwachten van de kerkelijke rechtsgang!, uiteindelijk de gang naar de wereldlijke rechter gemaakt alleen voor dit arbeidsrechtelijk onderdeel in het geschil en dat met het oog op de onhoudbare situatie.
Deze arbeidsrechtelijke procedure tegen de Eudokiaraad heeft geen relatie met het kerkrechtelijk al of niet erkennen van de Eudokiaraad als wettige kerkenraad. De arbeidsrechtelijke aanspraak richt zich tegen de kerkelijke rechtspersoon en niet tegen de kerkenraad (welke dan ook) terwijl de kerkrechtelijke procedure de kerkenraad op het oog heeft. Inmiddels heeft de Voorzieningenrechter in deze zaak geoordeeld dat deze arbeidsrechtelijke aanspraak ook op die rechtsgrond geldend gemaakt kan worden. Met andere woorden, het arbeidsrecht is gewoon van toepassing.
Met het geldend maken van de arbeidsrechtelijke aanspraak is geen keuze gemaakt voor welke kerkenraad dan ook.


C. vraag 9 en 10
Voor het antwoord op deze vragen verwijzen wij allereerst naar de bijlage, waarin wij in ons plaatselijk kerkblad over deze zaak gesproken hebben ( Kerkinfo nr 5, 28 november 2004, 'Verootmoediging' en 'Nog geen viering van het heilig avondmaal'.)
Wat er sindsdien ook veranderd is gezien de verdere ontwikkelingen, vanuit diezelfde houding naar God en mensen toe willen wij blijven handelen. Ondanks onze gebleven moeite met de Eudokiaraad na de GS-uitspraken (zie onze Verantwoording over ons besluit tot revisie) hebben wij toch de broederschap gezocht en voorgesteld om elkaar voorlopig te vinden in een naast elkaar voortbestaan.


D. Vraag 11.
De vraag 'Hoe verder?'.
Wij denken op deze vraag inmiddels voldoende antwoord te hebben gegeven.
Ons rest niet anders dan de uitspraak van de volgende GS af te wachten.
Dat lijkt ons eveneens voor u te gelden, evenzeer als het geldt voor de Eudokiaraad.

Wat wij intussen tijdens de gang van revisie naar de volgende GS kunnen doen?
Van onze kant is er alles aan gedaan om met de Eudokia een zo broederlijk mogelijke en ook zo reëel mogelijke modus vivendi te zoeken voor dit naast elkaar voortbestaan van twee (deel)gemeenten ieder onder eigen kerkenraad zolang de kwestie nog niet door de volgende GS is beslist.
Elke poging in die richting is echter van Eudokiazijde tot nog toe geblokkeerd.

Het zou van wijsheid en broederlijkheid getuigen als de Eudokiaraad maar ook u, classis Kampen, het recht van revisieaanvraag bij de volgende GS (inclusief de opschortende werking) onaangetast laat en open staat voor een tussentijdse modus vivendi die niet nog verder van elkaar verwijdert .
Dit ligt naar onze overtuiging in de lijn van de optie (in de bespreking ter GS genoemd) om tussentijds eventueel twee deelgemeenten naast elkaar tijdelijk, als noodoplossing, te aanvaarden met de opdracht op den duur te herenigen.
(Zie tekst Acta inzake besprekingen Appèl Kampen-Noord [in besloten zitting]:

"2e ronde
.....
introductie
In hun introductie stippen deputaten een aantal zaken aan die niet zijn opgenomen in de nieuwe tekst die ze nu, naar aanleiding van de opmerkingen die gemaakt zijn in de eerste ronde, voorleggen. Er zijn kritische vragen gesteld rondom de opmerkingen inzake het aanvaarden van de status quo. Deputaten geven uitdrukkelijk aan dat het niet hun bedoeling is de synode te suggereren deze status quo te aanvaarden. Het is een noodoplossing. De opmerking maakte deel uit van een aantal opmerkingen die zijn gemaakt inzake het mogelijke vervolg. Punt is dat de voortgang in het proces dat nu op gang komt niet geforceerd dient te worden. Laat de tijd zijn werk doen, zet niet als classis meteen druk op de ketel. Het kan verstandig zijn eventuele besluiten die op classicaal niveau genomen moeten worden, wat naar achteren te verschuiven. In die zin moet de suggestie inzake accepteren van de status quo gelezen worden. De basis blijft: het naast elkaar bestaan van twee gemeenten is niet juist, daar bestaat geen grond voor. Maar, op de weg naar herstel kan het nodig zijn tijdelijk deze situatie te accepteren." )




Tenslotte
Na alles wat wij in het bovenstaande naar voren hebben gebracht vragen wij ons af of het nog nodig is dat wij zelf bij de vervolgzitting van de classis op donderdag 19 oktober a.s. aanwezig zijn.
In de beoordeling of het verzoek van de Eudokiaraad ingewilligd kan worden, past het ook óns niet, als partij in geding, ons daarin te mengen.
Voor een eventueel hoor en wederhoor in het kader van een onzes inziens niet legitieme tuchtprocedure kunnen wij onze medewerking niet verlenen zoals wij hierboven hebben uitgelegd.
Mocht de classis toch nog een reden hebben waarom ze onze aanwezigheid op prijs stelt en ons wil horen, dan zijn wij daartoe bereid, een en ander dan uiteraard binnen de hierboven aangegeven kaders. In dat geval horen wij het graag van u.

U de wijsheid van Gods Geest toebiddend bij uw verantwoordelijke taak, groeten wij u broederlijk,
Namens de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Kampen-Noord (Ichthus),


E. Hoogendoorn, (preses)

A.J.Both, (waarnemend scriba)


BIJLAGEN:
1. Verklaring van ds. E. Hoogendoorn ter classiszitting van 29 september 2006
2. Vragen van de classis 29 september 2006
3. Artikelen Kerkinfo


Bijlage 1: Verklaring van ds. E. Hoogendoorn ter classiszitting van 29 september 2006

Verklaring

Preses, broeders,

Per mail heb ik maandagavond j.l. via uw waarnemend preses een verzoek ontvangen om vanavond voor uw vergadering beschikbaar te zijn.
Graag wil ik aan dat verzoek voldoen.
Ik wil allereerst van de gelegenheid gebruik maken om mijn waardering er voor uit te speken dat u als classis maar niet over één nacht ijs gaat maar zorgvuldigheid wilt betrachten in de complexe en precaire zaak van Kampen-Noord die op uw tafel ligt.
U draagt in het geheel van de kerkelijke vergaderingen binnen onze Gereformeerde Kerken als classis een grote verantwoordelijkheid in dezen. Uw instemming wordt gevraagd in een kerkelijke maatregel die verreikende consequenties heeft. Het is ook een hoogst ernstige zaak. Immers we hebben hier te maken met de uitoefening van de kerkelijke censuur, een zaak die volgens onze confessie(NGB art. 29) behoort bij een van de kenmerken van Christus' kerk.
Laten we het vanavond hier maar eerlijk tegen elkaar uitspreken en elkaar daarbij recht in de ogen kijken: u bent als classis gevraagd om een handtekening te zetten onder wat gerust getypeerd mag worden als een kerkelijk doodvonnis van een gereformeerd predikant.

Omdat ik het vermoeden had dat deze zaak vroeg of laat op uw agenda zou worden geplaatst, heb ik gemeend u te kunnen dienen met een aantal informatieve stukken die ik per schrijven van 27 juni jl. uw vergadering deed toekomen. Het leek mij voor uw vergadering van belang van deze informatie op de hoogte te zijn wanneer u zou komen te staan voor de beoordeling van een dergelijke zware zaak.

De stukken op uw tafel geven aan dat het hier zaken van principiële aard betreft als ook zaken van materiële aard.
Het kan u bekend zijn dat ik samen met de kerkenraad van de Ichthus wat de principiële zaken betreft een revisieverzoek heb ingediend bij de eerstvolgende generale synode te Zwolle.
De materiele zaken liggen op dit moment ter behandeling op het kantongerecht te Zwolle.
Voor deze zaken laten KR Ichthus en ik persoonlijk ons bijstaan door een raadsman (en broeder) van het kantoor Bouwman en van Dommelen.
Gaande deze procedures is het niet gebruikelijk dat ik zelf vragen beantwoord of commentaar geef buiten onze raadsman om. Zeker niet op momenten die cruciaal kunnen zijn voor de zaak in geding. Ik vraag er dan ook begrip voor dat ik vanavond al de vragen die u zou willen voorleggen, opneem en dat ik u z.s.m. antwoord daarop geef na overleg met mijn raadsman.
Ik hoop dat u beseft dat dit niet een puur formele zaak is, om niet te zeggen 'formalisme'.
Het is ook ter bescherming van u en van mij dat we hier weloverwogen te werk gaan.
Uiteraard kan het zijn dat bepaalde vragen wel direct beantwoord kunnen worden. Het risico bestaat echter wel dat er op zo`n moment discussie ontstaat over welke vraag wel of niet. In een discussie over en weer kan ook zomaar onduidelijk worden waar de grens ligt tussen legitieme vragen en niet-legitieme.
Om een dergelijke onvruchtbare discussie te voorkomen wil ik graag uw vragen alleen noteren. [Ik heb ze intussen van u al op schrift gekregen]
Daarna zal ik dan zo spoedig mogelijk de vragen tegelijk en integraal beantwoorden. Die reactie kan dan schriftelijk u worden toegestuurd.

Ik wens uw vergadering zuiver inzicht toe in de uiterst verdrietige en complex geworden materie. Ik bid u bij de beoordeling van alles veel wijsheid toe van de Geest van onze Here Jezus, die trouwe Opperherder van de kerk, ook van de zo verscheurde kerk te Kampen-Noord.

Ds. E. Hoogendoorn
Classis Kampen 29 september 2006 



Bijlage 2: Vragen van de classis 29 september 2006

Classis Kampen
Deputaat scriba: Tormentil 102 ( (038) 33 88 445
Hetty Huizenga 8265 DR KAMPEN : hetty huizenga@zonnet.nl


De Classis Kampen, in vergadering bijeen op 29 september 2006 te Sint Jansklooster-Kadoelen, heeft ds. E. Hoogendoorn uitgenodigd, om hoor en wederhoor toe te passen. Ds. Hoogendoorn heeft in de vergadering te kennen gegeven de vragen liever schriftelijk te beantwoorden. De classis heeft daarmee ingestemd en ds. Hoogendoorn daarvoor 14 dagen tijd gegeven. Op 13 oktober, uiterlijk 14 oktober a.s. zullen de antwoorden per mail via de deputaat scriba bij de classis beschikbaar zijn.
Op donderdag 19 oktober 2006 zal de classis D.V. opnieuw bijeenkomen.
Ds Hoogendoorn geeft aan dat hij in principe dan ook aanwezig zal zijn om eventuele nadere vragen van de classis te beantwoorden.


1. We zien dat u aanwezig bent. Impliceert dat een verandering van inzicht?

2.a. Wat verstaat u onder "onze dolerende positie"? (zie uw brief d.d. 27 juni 2006, bijlage 6, pag. 3)

2.b. Kunt u aangeven wat u in dit alles drijft? Uw intenties?

3. U maakt nog altijd aanspraak op uw rechten als predikant van de GK Kampen-Noord (Eudokia) (bv. inzake traktement en kerkelijke goederen).
Erkent u daarmee niet tegelijk de bevoegdheid van deze kerkenraad, die door de kerken in classicaal verband als wettige kerkenraad is aanvaard, om u eventueel te schorsen en af te zetten?

4. Acht u zich te staan onder opzicht en tucht van "Ichthus" en hoe verhoudt zich dat tot "Eudokia"?

5. Hoe verhoudt zich uw handelwijze met het ondertekeningsformulier en de vierde ambtsbelofte: "Belooft u zich te onderwerpen aan de kerkelijke vermaning en tucht, overeenkomstig de kerkorde, indien u zich in leer of leven misgaat?"

6. U houdt met beroep op art. 31 K.O. het besluit van de GS Amersfoort-Centrum 2005 inzake het appèl van de Ichthusgemeente niet voor vast en bondig. Maar wat is de dwaling van de synode / classis op grond van schrift en K.O.?

7. Wat is uw kijk op het gezag van de(ze) classis?

8. Kunt u en wilt u met de gemeente van Kampen-Noord (Eudokia), als gemeente van Jezus Christus, het heilig avondmaal vieren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat ziet u dan als de gevolgen van die bereidheid?

9. Hiermee annex is het derde punt van de zelfbeproeving uit het 'Formulier voor de viering van het heilig avondmaal':
"Ten derde eist de zelfbeproeving, dat ieder zich afvraagt of hij gezind is voortaan uit dankbaarheid met heel zijn leven God de Here te dienen en voor zijn aangezicht oprecht te wandelen. Ook moet hij bij zichzelf nagaan, of hij alle vijandschap, haat en nijd van harte aflegt en zich ernstig voorneemt voortaan in liefde en vrede met zijn naaste te leven".
Wat betekent dat voor uw houding tegenover kerkenraad en gemeente van Kampen-Noord (Eudokia) en het zoeken naar herstel van de eenheid tussen beide delen van deze gemeente (Eudokia en Ichthus)?
Wilt u meewerken aan hereniging ònder "Eudokia" en de GS Amersfoort-Centrum 2005?

10. De preses van de GS 2005 sprak na afronding van de besluitvorming inzake het appèl Kampen-Noord: "Voor de oorzaak van de ontwrichte verhoudingen op de kerkenraad wordt door de synode niet naar één persoon of in één richting, maar in beide richtingen gekeken. ... Niemand kan zich aan schuld onttrekken. Ieder past verootmoediging."
Hoe geeft u voor uw deel gestalte aan deze verootmoediging?

(Zie hierbij Filippenzen 2:1-11 over de gezindheid die Christus Jezus had en die onder de gelovigen en in de gemeente van Christus moet heersen.
En verder overweging 2 bij het classisbesluit van 19 november 2004 luidende:
"In appèl gaan en zo het kerkverband vasthouden moet beginnen bij het elkaar vasthouden in het verband van de gemeente en kerkenraad. Om het lichaam van Christus niet te schenden is het minste wat men kan doen dat men zich inspant om de breuk zo klein mogelijk te houden (1 Kor.3: 17; Acta GS 1958/59 Bunschoten-Spakenburg art.120 en bijlage VII). Daarbij past een houding dat je omwille van de eenheid ook lijden draagt (Fil.2: 1-8).
Waar een gemeente wordt opgeroepen om zich juist niet te houden aan de uitspraken van het kerkverband wordt het recht verspeeld om zelf in volle rechten aan het kerkverband te mogen deelnemen.")

11. Welk antwoord wilt u geven op de vraag: Hoe nu verder?



Bijlage 3: Artikelen Kerkinfo
Ichthus Kerk-info 5
28 november 2004


Verootmoediging

"Eben-Haezer" - dat stond op de steen van 1 Sam 7:12.
'Tot hiertoe heeft de Here ons geholpen' - daarom werd dit monument opgericht.
God had een geweldige uitredding gegeven.
Israël had zijn vrijheid teruggekregen, zijn geestelijke vrijheid in de Here.

Daar ging wel het een en ander aan vooraf. Want die vrijheid was het volk niet zonder reden kwijtgeraakt. Het had zelf die vrijheid verspeeld.
De prediking van Samuël had het onomwonden aangewezen: 'jullie moeten je bekeren!'
Het hart moest 180 graden om. Van de gekoesterde afgoden weg, naar de Here, hun eigen levende God. Grote schoonmaak was nodig, in hart en huis en heel het leven.

Op die preken van Samuël kwam zegen: ze deden het! Het werd een echte opruiming van zondige toestanden. De Baäl- en Astartebeeldjes gingen bij het vuil. De ideeën die er bij hoorden ook, die gingen uit hart en gedachten.
Israël had dóór wat de kernkwaal in hun leven was: 'wij hebben tegen de Here gezondigd'.
Dat was het grote verdriet: de Here , onze trouwe God zijn we ontrouw geworden.
Wij, met die en die zonden, met die en die praktijken.
Ze beleden het. Ze meenden deze schuldbelijdenis. Het werd een roep om vergeving.

Dat is nu verootmoediging.
Schuldbelijdenis, niet vaag, niet algemeen - 'iedereen schuldig' (dus niemand schuldig).
Niet maar mooie woorden over gemeenschappelijke schuld en onvermogen en intussen het kwaad in stand houden en de zonde maar voortzetten.
Nee, echte daadwerkelijke ommekeer. Tastbare bekering, waardoor de schuldbelijdenis echt blijkt te zijn. Aan deze schuldbelijdenis waren concrete blijken van terugkeer voorafgegaan, van herstelde gehoorzaamheid aan God. Je kon het zien: ze willen werkelijk terug naar de Here, naar zijn wegen. Echte liefde toont zich niet alleen in woorden, vooral in daden.

Verootmoediging. Laten we altijd beginnen bij onszelf.
Waar zijn wij zelf verantwoordelijk voor? Waar hebben wij zelf fouten gemaakt? En zo tegen de Hére gezondigd!
'Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, zie of mijn wegen heilig zijn en leid mij op de eeuwige weg' (Psalm 139).
Dan komt er bekering, eerlijke schuldbelijdenis.
En zo komt de weg vrij naar redding. We kunnen weer rekenen op Gods genadige hulp.
Je mag er om vragen. Met beroep op de voorbede van de Middelaar van het kruis.

God zal er voor zorgen dat we dan opnieuw monumenten in ons leven krijgen, steeds weer opnieuw: 'Eben-Haezer'!

EH


Nog geen viering van het heilig avondmaal

Het was fijn om te merken dat we het er met elkaar over eens waren, die donderdagavond 18 november in de Ichthus.
Over de vraag: moeten we in deze situatie avondmaal gaan vieren?

We hebben het al zo lang niet kunnen vieren.
En Christus gééft dit sacrament toch aan zijn gemeente, als teken van zijn trouw en liefde.
En Hij bevéélt toch vanuit die liefde: doe dat totdat Ik kom.
En zo zou er nog veel meer te noemen zijn.

Toch zagen wij met elkaar genoeg reden om deze overwegingen vast te houden en toch nog geen avondmaal te vieren.
De gemeente in Kampen-Noord is verscheurd door de classisbesluiten.
In die gebroken situatie zoeken wij hulp bij de particuliere synode.
In de hoop dat deze kerkelijke vergadering goede raad en recht verschaft in deze situatie.
Goede raad en recht dat mag dienen tot herstel van de eenheid.

Hoe zou je dan avondmaal gaan vieren, op dit moment, tijdens zo'n appèl, terwijl je al die broeders en zusters niet in je midden hebt?
Terwijl je erediensten houdt met de pijn van hun afwezigheid?
En wegen gaat om die gebrokenheid tengevolge van de classisbesluiten te helen?

De Here kent de situatie.
Hij weet waarom we het nog niet vieren.
Om die pijn, om die gebrokenheid van dit moment.
En omdat wij daaraan willen werken met het appèl op de particuliere synode.
En willen wachten, in deze situatie willen wachten totdat het misschien toch samen kan!
In herstelde eensgezindheid, in de vrede naar zijn Woord.

Laten we daarvoor ootmoedig onze handen vouwen en onze harten omhoog heffen tot Hem, die zijn bloed gaf voor zijn gemeente.

EH