Afdrukken

Toespraak preses Generale Synode (ds. P. Niemeijer)

Toespraak preses GS Ds. P. Niemeijer

Artikel: ?

Datum besluit: 1 oktober 2005

Toespraak preses na besluitvorming "Kampen-Noord" Toespraak preses na besluitvorming Kampen-Noord: Na afronding van onze bespreking en besluitvorming zeg ik deputaten hartelijk dank voor hun werk. Het was een omvangrijk en diep ingrijpend appèl dat we te behandelen kregen en dat ons voor gecompliceerde vragen stelde. U hebt ons er een weg in gewezen en onze besluitvorming voorbereid. Laat me een paar belangrijke punten mogen aanstippen.

Eerst een paar formele punten.
In besluit 2 wordt geoordeeld dat de PS ten onrechte uitspraken heeft gedaan over gedragingen van partijen na en in reactie op de besluiten van de classis. De bezwaren die tegen dat deel van de PS-uitspraken gericht zijn, zijn toegestemd. Concreet betekent dit dat het niet aan de PS was om uitspraken te doen over de kerkelijke positie van hen die na de uitspraak van de classis zelfstandig zijn gaan vergaderen.
In de besluiten 4 en 5 oordeelt de synode dat aan een paar elementaire rechtsregels voor besluitvorming in deze zaak door de PS niet naar behoren is voldaan. Om die reden kan de uitspraak van de appèlinstantie die de PS was, niet in stand blijven.
In besluit 8 wordt verklaard dat de classis bevoegd was om uit te spreken dat alle kerkenraadsleden van Kampen-Noord in september 2004 dienden terug te treden, en in besluit 10 dat dat oordeel op goede gronden is gegeven. De uitspraak van de classis Kampen wordt daarom in besluit 11 bevestigd, maar uitsluitend als oordeel, niet als maatregel. De aanvaarding van dat oordeel door de (meerderheid van de) kerkenraad heeft tot effectuering van dat oordeel geleid. Dit laatste is een belangrijke overweging. De classis heeft de kerkenraad niet afgezet (zoals wel gesteld wordt), maar de kerkenraad is zelf teruggetreden door met meerderheid van stemmen en dus als college het oordeel van de classis te aanvaarden en te effectueren. In besluit 9 wordt uitgesproken dat na het terugtreden van de kerkenraad op 27 september de minderheid die niet wilde terugtreden niet meer kon optreden als het met gezag van een kerkenraad toegeruste college. Dit betekent dat de broeders die niet terug wilden treden, geen ambtelijke leiding meer konden geven aan een deel van de gemeente.

Wat de inhoud van de zaak betreft:
Op de vraag of de classis de bevoegdheid had om uit te spreken dat alle ambtsdragers in Kampen-Noord dienden af te treden, antwoordt de synode positief. Bij de middellijke weg waarlangs de Here roept, kan ook horen dat een classis in een situatie als deze uit kan spreken dat de leden van een kerkenraad dienen terug te treden. Dat oordeel effectueren kan de classis niet. Dat is aan de kerkenraad. In besluit 10 grond 3 wordt gezegd dat veel van de vruchteloze discussies of pogingen om tot discussie te komen in Kampen-Noord betrekking hadden op onderwerpen die in vele gemeenten de aandacht van de kerkenraad hebben. Inderdaad, we werden in deze zaak bepaald bij positieve dynamiek en verdrietige verwarring die zich in onze kerken manifesteren. Niet alleen in Kampen, maar veel breder. We hebben er allen onze eigen ervaringen en gevoelens bij. We kunnen zo'n zaak niet behandelen zonder existentiële betrokkenheid. We herkennen de moeiten of we zijn dankbaar als de Here ons voor conflicten bewaart. Het bepaalt ons bij de kwetsbaarheid van ons kerkelijk leven.
In grond 3 staat nog meer: uit de stukken die op onze tafel lagen, blijkt op geen enkele wijze dat de confessionele trouw van een of meerdere kerkenraadsleden uitdrukkelijk ter discussie is gesteld. De classis en de GS (zie grond 2) hebben in de aanloop naar de verdrietige gebeurtenissen van september 2004 geen moeiten geconstateerd die voortvloeiden uit stellingnames of gedragingen van kerkenraadsleden of groepen van leden die in strijd waren met de Heilige Schrift of de belijdenis van de kerk. Dat is iets wat dankbaar geconstateerd mag worden. En dat ook het beeld corrigeert dat wel geschetst wordt van de moeiten die in de kerk te Kampen-Noord bestonden.
Wat ik zopas zei kan gemakkelijk wat bezwerend of toedekkend klinken. Maar dat is niet de bedoeling. Ook binnen de grenzen van Schrift en confessie moet het gesprek niet stokken, maar juist gevoerd worden. Grond 3 onder besluit 10 zegt: De kerkenraadsvergadering is bij uitstek de plaats waar broeders die door de gemeente zijn verkozen en door God tot hun taak geroepen zijn, in een sfeer van onderling vertrouwen en gericht op de eer van God, beraadslagen over de koers die voor de gemeente heilzaam is. Daarbij zal iedere ambtsdrager zijn persoonlijke opvattingen zien in het kader van die gezamenlijke verantwoordelijkheid. In Kampen-Noord bleek de kerkenraad tot dit laatste onmachtig. Wij constateren dat niet vanuit de hoogte. Het onderstreept dat het puur en alleen Gods gave is als in andere kerkenraden wel op een goede en gezonde manier wordt gesproken en beleid gemaakt.

Het besluit heeft voor beide gemeentes ingrijpende gevolgen. Voor de oorzaak van de ontwrichte verhoudingen op de kerkenraad wordt door de synode niet naar één persoon of in één richting, maar in beide richtingen gekeken. Ook dat haal ik naar boven om alle beeldvorming van de afgelopen tijd te corrigeren. Niemand kan zich aan schuld onttrekken. Ieder past verootmoediging. In de kerk te Kampen-Noord toonde men dat door een proces van verootmoediging. In de gemeente van Kampen-Ichthus door nog niet het avondmaal te vieren. Ons gebed is dat de Here de besluiten van de synode zal willen gebruiken tot concreet berouw en tot vrede met de stap terug waar die nodig is, en tot heling in de harten van ieder persoonlijk en van allen samen in één gemeente. Wij weten niet hoe dat kan. Maar de Here is bij machte oneindig veel meer te doen dan wij bidden en beseffen. Op Hem beroepen wij ons. In Christus.