Afdrukken

Verantwoording aan Eudokia gemeente (1)

1e VERANTWOORDING

Aan de leden van de Gereformeerde Kerk te Kampen-Noord


Kampen, 2 oktober 2004


Broeders en zusters,

U ontvangt hierbij van ons een verantwoording over de gang van zaken rond de classisbesluiten.
Op de gemeentevergadering van afgelopen donderdag is aangekondigd dat, als het lukt, deze verantwoording vrijdag zou worden verspreid. Dat lukte niet meer.
Het besluit van de Commissie van Middelkoop van maandag 27 september vroeg om zorgvuldige afweging voordat wij tot een beslissing konden komen. Deze beslissing wilden wij ook duidelijk aan u verantwoorden. Wij konden dat pas vrijdagavond afronden.

Al geruime tijd hebben velen ons gevraagd wat onze positie was binnen de problematiek die al zo lang speelt. Niet eerder hebben wij onze mening daarover bekendgemaakt.
Als de kerkenraad de laatste jaren aan de gemeente opening van zaken gaf, werd ons niet de gelegenheid geboden om onze kijk op de zaak te geven.
U hebt tot nog toe niet anders dan het standpunt van de meerderheid gehoord, zoals in normale omstandigheden ook gebruikelijk is.
De huidige situatie dwingt ons om nu onze positie u duidelijk te maken.

Wij hopen dat u onze opening van zaken en onze verantwoording daarbij met een welwillend hart probeert te lezen en rustig wilt overwegen.

Het stemt ons tot verdriet dat wij niet de mogelijkheid hebben gekregen om aan de gemeente onze verantwoording af te leggen voordat de Commissie Van Middelkoop definitief het besluit heeft genomen dat onze ambtsdienst beëindigd werd.
Deze verantwoording geven wij u bij dezen.

Als u vragen over deze verantwoording heeft, willen wij u graag in de gelegenheid stellen die met ons te bespreken.
Daarvoor nodigen wij u uit voor een vergadering op donderdag 7 oktober a.s. om 20.00 uur in het Ichthuscollege (hoek Wederiklaan/Silene).

Geve de Here u wijsheid en kracht in al uw overwegingen.

Met broedergroeten,

Diaken J. Boersma
Ouderling A.J. Both
Diaken J.A. Hartman
Ouderling J. Hoksbergen
Ds. E. Hoogendoorn
Ouderling A. Louwerse
Diaken K.H. Poll
Ouderling E. Vogel
Ouderling J.A. de Wit





Verantwoording en oproep

Broeders en zusters,

Als predikant, ouderlingen en diakenen van de Gereformeerde Kerk te Kampen-Noord leggen wij het volgende aan u voor.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen van de afgelopen weken en dagen voelen wij ons geroepen om u uit te leggen wat nu onze positie is en voor welke keus wij staan.

Vorige week zaterdag hebt u de brief ontvangen van de Commissie Van Middelkoop/ Jansma/Slotman (verder: CVM). Zij hebben u geïnformeerd over het besluit van de classis Kampen van donderdag 23 september 2004.
Dat besluit hield in, dat alle ambtsdragers, inclusief de predikant, dienden terug te treden.
De CVM voegde een rapport bij dat zij aan de classis heeft aangeboden en dat
heeft geleid tot het besluit.
Het is ons overigens onbekend of dit rapport in het geheel ook door de classis is overgenomen.

Inmiddels heeft de CVM afgelopen maandag 27 september 2004 het besluit van de classis uitgevoerd.
De CVM besloot dat alle leden van de kerkenraad met diakenen met ingang van dat moment terugtreden.
Hiermee heeft zij voor ons besloten dat wij onze ambtsdienst in het midden van de gemeente beëindigen.
Wij zijn door de CVM van onze taken ontheven, uitgezonderd bijzondere pastorale zorg in voorkomende gevallen.
Ook wordt nog onze medewerking gevraagd aan kerkenraadsvergaderingen over zaken die voor de goede voortgang van het kerkelijk leven noodzakelijk zijn.


In het vervolg van deze brief willen wij u duidelijk maken waarom wij het naar de Here toe niet kunnen verantwoorden dat wij ons op deze wijze uit onze ambtsdienst laten ontheffen.


Een wending in de beoordeling door de classis
Met diep verdriet hebben wij van de jongste classisbesluiten kennis genomen. Ook met grote zorg.
Wij willen u laten weten dat wij ernstige bezwaren hebben tegen deze besluiten en handelwijze van de classis en haar CVM.
Naar onze overtuiging heeft de classis onvoldoende ingezien welke problemen er in Kampen-Noord speelden.
De classis is bij haar besluitvorming afgegaan op een advies van de CVM.
Het is bekend dat de deputaten (die zich vanaf het begin met deze problematiek hadden beziggehouden) een ander advies aan de classis hadden gegeven, een advies namelijk dat in de lijn van de vorige uitspraken van de classis lag.
Met het besluit dat de classis nu genomen heeft, is zij afgeweken van de lijn die de classis van november 2003 had gekozen. Deze lijn was door de classisvergadering van februari 2004 nog eens bekrachtigd. Beide keren had de classis aangewezen aan welke kant fouten waren gemaakt. De laatste classis onthoudt zich echter van enig oordeel daarover.
Voor deze ommezwaai heeft de classis geen gronden aangegeven.
Ook heeft de classis niet gekeken of de eerdere classisbesluiten wel waren uitgevoerd door de kerkenraad van Kampen-Noord.
Bij het jongste besluit heeft de classis een heel ander uitgangspunt gekozen, namelijk: 'verstoorde verhoudingen' in Kampen-Noord.
Naar de oorzaak van die verstoorde verhoudingen heeft zij niet gezocht.
Enerzijds geeft de classis aan dat er geen schuldige wordt aangewezen.
Anderzijds worden nu alle leden van de kerkenraad met diakenen evenveel schuldig verklaard.
Daarbij wordt de predikant als eerst verantwoordelijke aangewezen.

Fricties rond toepassing van de leer
Wat was kernzaak in onze bezwaren bij de classis van september 2003?
De predikant werd in een publiek schrijven richting de gemeente (juli 2003) getekend (onder andere) als iemand die opereert vanuit 'een set algemene overtuigingen die hij vereenzelvigt met gereformeerd zijn' (uit het zgn. rapport Van Bruggen/Dijkstra).
Hij zou daarop zo gefixeerd zijn dat hij minder oog heeft voor de pastorale omstandigheden waarin gemeenteleden verkeren. Met alle kortsluitingen van dien.

Van onze kant is tegen de inhoud van deze publicatie van de kerkenraad ernstig bezwaar aangetekend bij de classis.
Daarbij hebben wij te kennen gegeven dat naar onze overtuiging niet het persoonlijk functioneren van de predikant oorzaak is van de problemen, maar visieverschillen. Die zijn vooral de reden dat meningen botsen.
De classis wilde op dat moment - terecht - geen oordeel geven over de vraag of visieverschillen inderdaad een rol speelden. Zij was van oordeel dat de partijen binnen de kerkenraad eerst zelf daarover met elkaar moesten spreken. Daarbij is uitdrukkelijk geadviseerd om dat onder deskundige leiding te doen. Tot op dat moment was dit namelijk nog niet gebeurd.
Het rapport van de kerkenraad had bij ons de vraag opgeroepen: is er wel ruimte binnen de kerkenraad voor ambtsdragers die argumenteren vanuit de Heilige Schrift en de belijdenis? Of wordt zoiets als 'star' afgedaan en van een psychologisch stempel voorzien?

Aan de classis hebben wij (en verschillende andere broeders en zusters uit de gemeente) destijds te kennen gegeven dat er met name botsingen kwamen als er punten aan de orde kwamen waarbij visieverschillen een rol speelden. Dan ging het om de vraag hoe wij in concrete gevallen in trouw aan de Schrift en aan de belijdenis dienden te handelen.
Keer op keer bleek dat een beroep op Gods Woord of de belijdenis ergernis ontmoette en als negatief ervaren werd.
Er is wel gezegd dat men zich alleen stootte aan de manier waaróp het gebeurde.
Maar naar onze overtuiging ging het wel degelijk om de inhoud.
Daarbij ging het om zaken als bijvoorbeeld:
- de principiële fundering van het jeugdbeleid;
- zeer regelmatig ook om de prediking (zoals verhouding belofte en eis);
- shoppen en ook avondmaal vieren in andere kerken en geloofsgroepen (en het beroep daarbij op art. 28 van de NGB);
- bediening van de kerkelijke tucht in bepaalde gevallen.
In november 2003 deed hetzelfde zich voor bij de discussie en besluitvorming rond de jeugdkerk 'Re@ction'. Ook hierbij was er geen gehoor voor een beroep op de Schrift en op de belijdenis van de kerk maar juist irritatie daarover.
In de hoorzitting met de deputaten vlak voor de laatste classis hebben wij deze zaken in herinnering gebracht. Juist ook omdat het onlangs bij de mediation opnieuw duidelijk naar voren was gekomen. Precies op dit punt brak de mediation af.
Wij hebben aangegeven dat de meerderheid van de kerkenraad valt over het (naar hun oordeel te vlot) beroep op Schrift en belijdenis bij de behandeling van diverse zaken. Het wordt door hen ervaren alsof het mes op tafel wordt gezet.
Hier ligt naar onze overtuiging de kern van de fricties en groeiende conflicten.
De classis van november 2003 had uitgesproken, dat de kerkenraad onvoldoende heeft onderzocht, dan wel doen onderzoeken, in hoeverre visieverschillen op het betrekken van Gods Woord en belijdenis op de mens (gelovige) een bepalende factor vormen voor het huidige overlegklimaat binnen de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Kampen-Noord.
In onze ogen was dat terecht.
De classis sprak uit dat de kerkenraad dit open en eerlijk met elkaar moest bespreken.
Hiervoor had de mediation moeten dienen. Toen deze eindelijk in juni 2004 plaatsvond, werd het gesprek hierover voortijdig afgebroken.

Zaken van leven
Niet alleen zaken die de léér raken, speelden een duidelijke rol in het groeiende conflict.
Meer en meer waren ook zaken in geding met betrekking tot het léven overeenkomstig Gods Woord.

Wij noemen het volgende:
- de kerkenraad had in 2003 geweigerd de zaak open en eerlijk te bespreken; ook de classis van november 2003 had de kerkenraad hier op gewezen met haar uitspraak: 'dat de kerkenraad onzorgvuldig heeft gehandeld door de bezwaren die ds. E. Hoogendoorn tegen de analyse en beoordeling van de zaak in geding [het rapport Van Bruggen/Dijkstra] heeft aangevoerd, niet in bespreking te willen nemen'; die weigering is tot op heden volgehouden;

- verder heeft de classis uitgesproken dat de kerkenraad zijn oordeel over het functioneren van zijn predikant in prediking en pastoraat, zoals de raad dat gegeven heeft in een vergadering op 31 mei 2003, niet heeft onderbouwd;

- een andere uitspraak die de classis deed was deze: dat de kerkenraad met name de aanwijzing van de predikant als meest bepalende factor onvoldoende heeft gemotiveerd, c.q. onderbouwd en daarmee ook een voorbarige hypotheek legt op de schouders van de predikant en het mogelijk in te zetten evaluatietraject;

- ook sprak de classis uit dat de kerkenraad, door het werk van de predikant publiek zo te diskwalificeren, niet heeft gehandeld in de geest van het negende gebod van onze Here en de ambtelijke arbeid van zijn medeambtsdrager ernstig schaadt en hindert;

- de classis heeft eveneens uitgesproken dat de kerkenraad publiek spijt moet betuigen aan de gemeente dat hij door verspreiding van het rapport en advies 30 juni 2003 in de gemeente het werk van de predikant publiek gediskwalificeerd heeft.
De kerkenraad heeft deze uitspraken van de classis tot nog toe niet uitgevoerd en is ook niet in appèl gegaan bij de particuliere synode. De genoemde zaken zijn voorbeelden van lichtvaardig en onverhoord veroordelen of helpen veroordelen (Heid. Cat. vr. en antw. 112).
Daarna vertoonde de meerderheid van de kerkenraad nog meer handelwijzen die in strijd zijn met Gods Woord. Hier noemen wij:

- de publieke beschuldiging van scheurmakerij in januari 2004; de classis heeft
over deze beschuldiging voorzover die door haar visitatoren was uitgesproken, haar spijt betuigd, het als schuld beleden en daarvoor vergeving gevraagd; zowel in de kerkenraad als in de gemeente.
Tot op heden heeft de meerderheid van de kerkenraad dit niet gedaan.

Ook het eigenwillig opschorten van de preekbevoegdheid van de predikant (en anderen) door de kerkenraad is door deze classis gecorrigeerd. - verscheidene broeders van de meerderheid verzuimden maandenlang de kerkdiensten als de eigen predikant voorging; een zonde tegen het vierde gebod.

- van schriftelijke verklaringen uit de gemeente van broeders en zusters, die aangaven eveneens niet meer onder de prediking van de eigen predikant te willen komen, werd zonder verdere vermaning of aansporing kennis genomen.

- de viering van het avondmaal was voor de meerderheid niet mogelijk als de eigen predikant het bediende.

- tien broeders van de meerderheid hebben woordbreuk gepleegd doordat zij zich niet hebben gehouden aan de overeenkomst die bij het aangaan van de mediation was aangegaan.
Deze overeenkomst luidde: een lid van de kerkenraad met diakenen dat zich binnen twintig uur uit de mediation wenst terug te trekken, is verbonden op de mededeling hiervan zijn lidmaatschap van de kerkenraad met diakenen met onmiddellijke ingang te beëindigen.
Deze tien broeders hebben hoofd voor hoofd vóór de afgesproken termijn zich uit de mediation teruggetrokken. Zij weigerden echter de overeengekomen consequentie te trekken.

In onze ogen zijn deze voorbeelden tuchtwaardige zaken, zeker voor een ambtsdrager die een voorbeeld voor de kudde dient te zijn.
Wij schrijven dit met verdriet. Wij schamen ons er voor dat dit in de kerk gebeurt.
Toch mogen wij niet langer zwijgen. Een vraag van zelfverwijt dringt zich aan ons op: hadden wij niet eerder de gemeente moeten inlichten?
Hadden wij dit kwaad zo lang mogen toelaten in ons midden?
Is dat mogelijk zonder er zelf mede verantwoordelijk voor te worden?B Wij zelf hebben het ons vaak afgevraagd en diverse broeders en zusters uit uw midden hebben het ons gevraagd.
Toch hebben wij het niet éérder gedaan omdat wij niet wilden vooruitlopen op de mediation. Dit middel had een weg tot herstel kunnen openen. Dat bleek niet het geval.
Daarna hebben wij de zaak aan de deputaten van de classis voorgelegd die in september 2004 uiteindelijk een oordeel zou uitspreken over de situatie in onze gemeente.
ALS wij te lang gewacht hebben vragen wij onze God daarvoor ootmoedig vergeving en wij vragen dat ook aan u, Zijn gemeente.

Het handelen van de classis
In onze ogen is het onbegrijpelijk dat de classis, die dit alles wist, nu is gevlucht in de vage typering van 'verstoorde verhoudingen' zonder een schuldige te willen aanwijzen. Zij doet er niets mee dat de vorige classis wel een schuldige had aangewezen.
Naar onze mening heeft het advies van de CVM de classis geen goede dienst bewezen.
Deze commissie liet zich kennelijk niet veel gelegen liggen aan de uitspraken van de vorige classis. Zij week niet alleen af van de weg die de classis van november 2003 gekozen had, zij oefende er ook kritiek op.
In feite conformeerde de CVM zich niet aan de classisuitspraken.
Daarin is zij buiten haar boekje gegaan.
De CVM beschuldigde ons er van dat wij door ons spreken over visieverschillen, in strijd met 1 Timotheus 5:19 en 20 (en andere Schriftplaatsen) handelen.
Hoe kon de CVM tot deze sterke veroordeling komen? Zij is pas sinds een half jaar hier binnengekomen met de opdracht om leiding te geven aan het kerkenraadswerk vanwege de vastgelopen situatie. Het behoorde niet tot haar taak om zich met de kwestie zelf bezig te houden. Pas in het allerlaatste stadium vroeg de classis ook aan haar advies. Dat kon de classis dan naast het rapport en advies van de deputaten leggen die insiders waren in de materie.
De CVM heeft nooit hoor of wederhoor toegepast. Dat behoorde ook niet tot haar taak.
Daarom was zij ook onbevoegd om over heel de zaak te oordelen.
In haar notitie voor de classis spreekt de CVM uitvoerig over een eerlijke rechtspraak en wat de Schrift daarover leert. De commissie valt hier in haar eigen zwaard.

Het is onbegrijpelijk dat de classis zich door de CVM heeft laten leiden om op een ander spoor over te gaan dan de deputaten - in de lijn van eerdere classisbesluiten - hebben gewezen.
Het is niet alleen onbegrijpelijk. Het mag de classis verweten worden.
De kerkelijke rechtspraak heeft hier ernstig gefaald.
Zowel het recht van de Schrift als het gereformeerd kerkrecht is in onze ogen door de classis met voeten getreden.

Heerschappij van classis en CVM
Ook om andere redenen is het voor ons een raadsel hoe de classis tot het verregaande besluit is gekomen dat alle leden van een kerkenraad de ambtsdienst moeten beëindigen. Voor dat laatste gebruikt de classis de wat ongrijpbare term van 'terugtreden'.
In feite betekent dit besluit niet anders dan een collectief ontslag van een plaatselijke kerkenraad door een meerdere vergadering.
De CVM had verregaande machtigingen van de classis gekregen.
De verantwoordelijkheid hiervoor ligt dus geheel bij de classis.

Al is het zo dat de kerkenraad vanaf februari 2004 min of meer onder voogdij staat van de classis, dan nog kan naar onze overtuiging een classis niet tot zulke maatregelen overgaan.
De CVM heeft van de classis gezag en zeggenschap gekregen om de goede voortgang te dienen van het plaatselijk kerkelijk leven in de gemeente van Kampen-Noord. Dat is een beperkte opdracht.
De vraag blijft klemmen: hoe ver gaat de bevoegdheid van zo'n commissie?
Kerkrechtelijk liggen hier vele voetangels en klemmen. Je krijgt namelijk te maken met een commissie die een moeilijke dubbelrol heeft te vervullen.
Enerzijds is de commissie 'de classis', anderzijds is de commissie 'de kerkenraad'.
Toch is het onmogelijk om te stellen dat wat de commissie allemaal beslist, altijd als besluit van de kerkenraad moet worden gezien. Zeker waar het gaat om zaken van beëindiging van de ambtsdienst.
Wat zien wij nu gebeuren?
Wat een noodoplossing is om aan een verdeelde kerkenraad leiding te geven - de voogdij van de CVM - is nu een vrijbrief geworden om een kerkenraad naar huis te sturen. De CVM heeft besloten dat wij de ambtsdienst moeten beëindigen. Dit geldt niet alleen ouderlingen en diakenen maar ook de predikant. Zijn ambt is door allerlei kerkordelijke regels beschermd (zie bijvoorbeeld artikel 14 en 15 van de kerkorde). Nu wordt, via wat een 'ordemaatregel' heet, aan verschillende artikelen van de kerkorde voorbijgegaan en de predikant zonder rechtsgrond van zijn ambtelijke taken ontheven.VV Afgelopen maandag heeft de CVM dit besluit genomen.
Wij hadden van te voren de CVM duidelijk gemaakt dat wij nader beraad nodig hadden. Gezien het ingrijpende karakter van de zaak konden wij ons maandag nog niet uitspreken over het besluit van de classis en de bijbehorende stukken (die wij vrijdagavond hadden gekregen). Daarom hebben wij ons afgemeld voor de kerkenraadsvergadering die maandag hiervoor belegd was. Zonder onze aanwezigheid heeft de CVM toen maandagavond met elf (van de 24) broeders van de raad besloten dat alle leden van de kerkenraad met diakenen met ingang van dat moment terugtreden.
Voor ons gevoel een vreemde gang van zaken. Dinsdag kwam bij ons het bericht binnen dat wij van onze ambtelijke taken ontheven waren

Wij ervaren dit alles als hiërarchie: heerschappij voeren van boven af. Iets wat het gereformeerd kerkrecht vreemd dient te zijn.
Dat schrijnt nog sterker als wij nagaan dat in heel deze procedure, zowel van de classis als van de CVM, nooit de gemeente zelf is gekend of geraadpleegd. Alles is volledig buiten de gemeente geregeld en zo opgelegd. Daar staat nu de gemeente: al haar ambtsdragers 'teruggetreden'. Een kerk zonder kerkenraad. Alleen een CVM heeft het hier nog voor het zeggen.
In deze tijd wordt zo dikwijls aandacht gevraagd voor de mondigheid van de gemeente.
Waar is hier het respect voor de bruid van Christus? De bruid die mondig mag zijn door het geschenk van de Geest - dat onopgeefbare ambt van alle gelovigen?
De gemeente is als monddood gepasseerd.
Het is ons een raadsel hoe een classis van Gereformeerde Kerken zoiets kan doen.

Het heil van de gemeente
De vraag drong zich aan ons op: is het niet een christenplicht om liever onrecht te lijden dan om ten koste van de gemeente voor je eigen gelijk of persoonlijk recht op te komen?
Als het beter voor de gemeente is, dan zal een echte ambtsdrager inderdaad liever onrecht lijden en zo zijn Heiland volgen. Daartoe zijn wij ook bereid.
Maar gaat het hier om een eigen gelijk, om persoonlijk onrecht?
Wij zijn er van overtuigd dat het hier gaat om het recht van de gemeente.
De gemeente wordt bedreigd door alles wat hier boven is genoemd.
De eenheid van de gemeente is door allerlei kwaad verscheurd.
Eenheid en vrede in Christus' kerk worden verkregen door samen te leven in gehoorzaamheid aan het Woord van God.
Nu is het door de classis in wezen goedgekeurd dat tuchtwaardige ambtsdragers de verhoudingen in kerkenraad en gemeente onder een ondragelijke druk zetten en dat zij het vervolgens voor elkaar krijgen dat trouwe ambtsdragers van hun ambt worden ontheven.
Dat kan niet tot heil van de gemeente zijn.

Ons besluit
Elf broeders van de kerkenraad met diakenen hebben er in bewilligd afstand te doen van hun ambtsdienst. Zij zijn maandag 'teruggetreden'. Zij hebben besloten om hun ambtsdienst niet meer voort te zetten.
De CVM heeft hetzelfde voor ondergetekenden besloten, buiten onze aanwezigheid en zonder onze instemming.
Wij verklaren uitdrukkelijk dat dit besluit niet door ons is genomen.
Wij wijzen het ook af. Wij bestrijden de rechtsgeldigheid van dit besluit.
Wij zullen ons - volgens gereformeerd kerkrecht - met onze bezwaren tegen het classisbesluit tot de eerstkomende particuliere synode wenden.
Wij realiseren ons dat de classis en haar CVM ons geen ruimte geeft om in appèl te gaan met behoud van ons ambt. Voor ons blijft er daarom op dit moment geen andere mogelijkheid meer over dan dat wij afstand nemen van de CVM. Verdere samenwerking met deze commissie van de classis is uitgesloten. Wij zullen de classis daarvan in kennis stellen.

Wij verklaren u dat wij niet 'teruggetreden' zijn maar onze ambtsdienst voortzetten.
Wij weten ons tot deze ambtsdienst door God zelf geroepen, door zijn gemeente, zoals wij allen hoofd voor hoofd verklaard hebben bij de bevestiging in ons ambt.
Wij achten het voor God en ook voor u, zijn heilige gemeente, niet verantwoord om ons aan deze roeping te onttrekken.
De classis heeft geen enkele goede reden aangegeven waarom wij geroepen zouden zijn om ontheffing uit deze dienst te vragen.
Willen wij dan ook onze roeping van Godswege trouw blijven, dan dienen wij onze ambtsdienst onverkort voort te zetten.
Dat houdt in dat wij niet eens uitvoering mógen geven aan het besluit van de classis en/of haar CVM.
Ook hier geldt: wij moeten God meer gehoorzamen dan mensen. (Handelingen 4:19).

Dit betekent dat wij voortaan de kerkdiensten hebben te beleggen, de catechisaties hebben voort te zetten en verder al het overige ambtswerk hebben te behartigen dat ieder van ons is toevertrouwd.
Wij kunnen niet anders dan tot zo'n besluit komen omdat onze ambtsdienst ons door anderen wordt ontzegd.
Wij beseffen dat dit een ingrijpende beslissing is, zowel voor u als voor ons.
Nadrukkelijk stellen wij hier, dat wij ons níet losmaken van het kerkverband van de Gereformeerde Kerken. Het feit dat wij in beroep gaan bij de particuliere synode getuigt hier van.

Wij hebben deze beslissingen niet zomaar genomen. Wij hebben het gedaan in het besef dat wij de Here rekenschap hebben te geven van alles wat wij doen.
Ging het om ons éigen gelijk of ons éigen recht, dan zou deze stap ernstig te veroordelen zijn.
Het gaat ons om het recht van de Here, zijn recht op ons als geroepen ambtsdragers, en het recht van de Here op u, zijn geliefde gemeente.
Wij willen niet anders dan onze Here en Heiland gehoorzaam blijven en zo ook trouw aan u blijven.
Wij hebben de Here gesmeekt om wijsheid, om inzicht; ook om moed en doortastendheid daar waar wij van nature zo bang zijn.
Wij hebben ook op verschillende manieren adviezen ingewonnen en mee aan de hand daarvan gewikt en gewogen.
Steeds duidelijker bleek ons: wij hebben voor Gods aangezicht geen andere keus.
De weg die de classis wijst is niet alleen onjuist en onrechtvaardig. Ook is hij naar onze overtuiging gedoemd om te mislukken als het gaat om herstel van eenheid en vrede in de gemeente. Deze weg sticht eerder nóg meer verwarring en laat allerlei kwaad voortwoekeren.
De gemeente is gediend met voorgangers die met al hun zwakheid en gebreken - wij zijn het ons maar al te zeer bewust - haar willen voorgaan overeenkomstig hun jawoord bij hun bevestiging.
Dat geeft ons de opdracht om gezamenlijk de gemeente voor te gaan met het Woord van de Here en naar het recht van zijn geboden.
Dat dient de eenheid en bewerkt vrede.

Oproep
Vanuit onze verantwoordelijkheid die wij als ambtsdragers voor de gemeente dragen, roepen wij u allen op om u aan onze ambtsdienst te blijven toevertrouwen en de door ons te beleggen erediensten bij te wonen.
Wij nodigen u uit voor de kerkdiensten die wij met ingang van aanstaande zondag 3 oktober op een andere plaats zullen beleggen.
Gezien de gevoelige situatie wijken wij voor de vergaderplaats tijdelijk uit naar de aula van het Ichthuscollege aan de hoek van Wederiklaan/Silene (tegenover de apotheek).
Zodra wij weer in ons eigen gebouw van de Eudokiakerk kunnen kerken, hopen wij daar samen te komen.
De tijden van de kerkdiensten zijn iets afwijkend van wat wij gewend zijn: 10.00 uur en 17.00 uur. Er is ook een crèche.

Wij hebben deze verregaande beslissingen in korte tijd moeten nemen. Wij kunnen ons heel goed voorstellen dat deze oproep met de voorafgaande verantwoording u kan overvallen. Het is ook heel kort dag voor de zondag. Wij zijn ons er van bewust dat verschillenden onder u meer dagen nodig kunnen hebben om deze oproep rustig te overwegen om zo voor zichzelf tot een verantwoorde beslissing te komen.
Als u daarbij een beroep op ons wilt doen zijn wij hiervoor persoonlijk beschikbaar.

Wij bidden u allen van harte de wijsheid van Gods Geest toe om bij het overwegen van onze klemmende oproep zijn wil te verstaan en die heilige wil op te volgen - in de kracht van het geloof.
Het is onze vurige bede tot God dat Hij deze weg wil zegenen en zo tot herstel van de vrede in de gemeente laat dienen.

'O God der heerscharen, keer toch weder,
aanschouw uit de hemel en zie,
en sla acht op deze wijnstok,
de stek die uw rechterhand heeft geplant.
Here, God der heerscharen, herstel ons,
doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden.'
(Psalm 80:15,16 en 20)

Met broedergroeten in de Here,

Diaken J. Boersma
Ouderling A.J. Both
Diaken J.A. Hartman
Ouderling J. Hoksbergen
Ds. E. Hoogendoorn
Ouderling A. Louwerse
Diaken K.H. Poll
Ouderling E. Vogel
Ouderling J.A. de Wit

Kampen, 2 oktober 2004